Meest voorkomende
gezondheidsproblemen
bij de Ragdoll
HCM ( Hypertrofische Cardio Myopathie)
Is een aandoening aan het hart waarbij de hartspier verdikt is. Hierdoor wordt de linker ventrikel (kamer) van het hart kleiner. Er is te weinig ruimte om het bloed dat van de longen in deze ventrikel komt op te vangen en weer weg te pompen hierdoor zal het hart sneller gaan kloppen. De linkerboezem moet nu al het bloed bijhouden dat niet bij in de linkerhartkamer kan en rekt hierdoor uit. De hartspier wordt hierdoor dikker maar de bloedvoorziening blijft gelijk en dus ontstaat er een zuurstofgebrek in de hartspier. Na een tijdje blijft er ook bloed en vocht in het hartzakje en de longen staan wat tot tromboses kan leiden.
Bij sommige katten met HCM kan het zijn dat er geen symptomen worden waargenomen. Andere katten hebben symptomen zoals : gebrek aan eetlust, benauwdheid, verlamming of zelfs een hersenafwijking. De dierenarts kan ook een onregelmatige hartslag of hartruis waarnemen. HCM kan dodelijk zijn doordat er bij een ernstige onregelmatige hartslag geen bloed meer rondgepompt
HCM kan voorkomen op een jonge leeftijd maar kan ook zichtbaar worden op een leeftijd van 6 tot 8 jaar. We zien meestal dat als de kat nog jong is de prognose vaak minder positief is dan bij een kat op leeftijd omdat bij een oudere kat de klachten milder zijn. HCM kan niet genezen worden maar er bestaan medicijnen om de hartritmestoornissen te behandelen ook kan de dierenarts bloedverdunners en vochtafdrijvers voorschrijven mocht dit nodig zijn.
Katten die voor de fok zijn bestemd dienen getest te worden omdat HCM erfelijk is.(Er bestaat ook een niet erfelijke variant) Voor een Ragdoll zijn er DNA testen ontwikkeld om HCM op te sporen. Toch is het raadzaam om naast het DNA onderzoek op regelmatige basis een echo screening te laten uitvoeren. Dit omdat de DNA test eerder beperkt is en niet voldoende zekerheid geeft. Ook een echo screening geeft geen 100% zekerheid dat de kat geen HCM zal ontwikkelen.
Voor HCM bestaat er een gezondheidsprogramma op Pawpeds. Deze maakt een overzicht van gezonde katten, dragers en lijders van HCM. Het is aangeraden om de echo screening bij een door Pawpeds erkende cardioloog te laten uitvoeren zodat de resultaten bij Pawpeds kunnen worden bijgevoegd.
PKD (Polycystic Kidney Disease)
Bij deze ziekte worden er in de nier holtes gevormd die zich vullen met vocht. Deze holtes zijn er al vanaf de geboorte van de kat maar zijn dan nog erg klein en zullen dan nog voor geen klachten zorgen. Naarmate de kat ouder wordt zullen deze holtes groter worden en zo het nierweefsel verdringen waardoor de nieren niet meer kunnen functioneren zoals het hoort.
PKD wordt vaak pas ontdekt als het al in een ver gevorderd stadium is omdat de kat eerder geen symptomen heeft. Pas op een leeftijd van 7 jaar zal de kat last krijgen van een verminderde nierfunctie. De symptomen die de kat kan hebben zijn : vaak drinken en plassen, verminderde eetlust en vermageren, overgeven, bleke slijmvliezen en uitdroging.
PKD is niet te genezen. Een kat die lijdt aan PKD zal een aangepast nierdieet voorgeschreven krijgen en krijgt medicatie die de doorbloeding van de nieren verbeterd. De voeding bevatten minder eiwit en zouten dit om de nieren te ontlasten.
Katten die ingezet worden voor de fok kunnen via DNA en echo getest worden op PKD. Een echo screening kan men al doen als de kat een leeftijd van 10 maanden heeft. De screening is éénmalig als er geen abnormaliteiten worden gevonden.
CIN (Chronische Interstitiële Nefritis)
CIN ofwel schrompelnier is een chronische nier ziekte waarvan de oorzaak vaak niet meer te achterhalen is omdat de ziekte lang onontdekt blijft. Nieren hebben een enorme reserve capaciteit waardoor de klachten pas zullen ontstaan als er een groot percentage van de nierfunctie verloren is gegaan. Door ontstekingsreacties in de nieren ontstaat er bindweefsel die de nieren doet samentrekken en verschrompelen. De oorzaken voor CIN zijn: ouderdom, hoge bloeddruk, infecties, gifstoffen, tumoren, immuniteitsproplemen en aangeboren erfelijke nieraandoeningen zoals PKD.
CIN komt vooral bij oudere katten voor maar kan ook bij jonge katjes voorkomen doormiddel van vererving. Bij oudere katten is CIN een veel voorkomende doodsoorzaak. De symptomen van CIN zijn: veel drinken en plassen, verminderde eetlust en vermageren, uitdroging, lusteloos, diarree en braken, een stinkend bekje, vervilte en doffe vacht.
De diagnose wordt gesteld door een urine en bloed onderzoek. CIN is niet te genezen maar een kat die eraan lijdt krijgt een aangepast nierdieet dat minder fosfor bevat omdat dit moeilijk is af te breken door de nieren. Ook zal de voeding smakelijker worden gemaakt en voorzien zijn van extra energie. Ook kan er medicatie worden gegeven om de bloeddruk te verlagen, de bloedtoevoer te verbeteren en de opname en afgifte van zouten en mineralen te regelen.
FIV (Feline Immunodeficiëntie Virus)
FIV ook wel kattenaids genoemd tast de witte bloedcellen aan zodat het afweersysteem van de kat geleidelijk achteruit gaat. Het immuunsysteem speelt een belangrijke rol in het bestrijden van infecties daarom hebben katten die besmet zijn met FIV een verhoogde kans om besmet te raken met andere virussen en bacteriën.
FIV komt voor bij katten van alle leeftijden, maar omdat de infectie erg langzaam verloopt worden de symptomen pas later zichtbaar en word de diagnose pas op latere leeftijd vastgesteld. Het virus verspreid doordat een besmette kat een ander kat bijt of doordat een besmette moederpoes dit via de placenta of moedermelk aan haar kittens overdraagt.
FIV verloopt in een aantal stadia:
- De acute fase = Vindt plaats in de eerste 2 tot 4 maanden. De kat zit niet lekker in zijn vel, heeft koorts en heeft soms een zwelling van de lymfeklieren. -De 2e fase = Kan enkele maanden tot jaren duren. De kat lijkt zich goed te voelen en er zijn geen symptomen merkbaar. De kat draagt de ziekte mee en is dus wel besmettelijk voor andere katten. -De 3e fase = Deze fase duurt ongeveer een jaar. In deze fase heeft de kat allerlei vage klachten zoals: koorts die steeds terugkomt, oogontstekingen, weinige eetlust en vermageren, diarree, tandvleesontsteking en benauwdheid.
Katten die voor de fok worden gebruikt moeten regelmatig getest worden op FIV. FIV wordt getest d.m.v. een bloedonderzoek en wordt altijd getest in combinatie met FeLV. Er bestaat geen genezing voor FIV maar met medicatie kunnen infecties tijdelijk onderdrukt worden. Antibiotica en ontstekingsremmers zorgen voor comfort voor de kat maar uiteindelijk zal de kat overlijden aan FIV.
FeLV ( Feline Leukemie Virus)
FeLV ook wel leucose genoemd is een virus dat het immuunsysteem van de kat aantast. Doordat het immuunsysteem niet meer beschermd zoals hoort zal de kat vatbaarder zijn voor ziektes en infecties. FeLV wordt overgedragen doormiddel van speeksel, bloed, urine en ontlasting. Samen dezelfde drinkkom of etenskom delen of vechten kan leiden tot overdracht als één van de katten besmet is. Ook kan moederpoes de kittens via de placenta en de melk besmetten.
Als moederpoes tijdens de dracht de kittens besmet kan dit leiden tot afwijkingen of zelfs sterfte, ook kunnen de kittens drager worden. Niet elke kat zal ziek worden van het virus. Kittens zullen makkelijker ziek worden dan een oudere kat. Als je kat een goed immuunsysteem heeft zal hij weinig van de ziekte merken en ze vanzelf overwinnen. FeLV heeft geen ziekteverschijnselen, het maakt enkel het immuunsysteem zwak zodat de kat vatbaarder is voor andere ziektes. Als een ontsteking niet zoals normaal geneest kan dit wijzen op FeLV.
Fokkers testen geregeld hun katten op FeLV. Zoals hierboven vermeld wordt dit in combinatie met FIV getest door een bloedonderzoek. FeLV is niet te genezen en de meeste katten sterven binnen de 3 jaar. Antibiotica en ontstekingsremmers kunnen helpen om de pijn de bestrijden.